Skip to content

Zienswijze m.b.t. Ontwerp paraplubestemmingsplan cultureel erfgoed Wassenaar, panden en objecten en archeologisch erfgoed

13 juli 2016  

In de brief dd. 3 november 2015 aan wethouder mevrouw Zweerts de Jong en in de hoorzitting over het erfgoedbeleid op 17 november 2015 heeft de Vereniging van Vrienden van Wassenaar zich krachtig verzet tegen het voornemen om het erfgoedbeleid te versoberen, zoals verwoord in de Nota Versobering Erfgoedbeleid.

 

De Vrienden en onafhankelijke  deskundigen hebben in de hoorzitting gewezen op de ernstige strijdigheid van de beleidsvoornemens tot versobering met de opvattingen en  beginselen verwoord in het Koersdocument  Structuurvisie Wassenaar 2015-2025, die veel lof en steun heeft ontvangen van de Gemeenteraad en burgerorganisaties. De versobering zou bovendien strijdig zijn geweest met de Verordening Ruimte (2014) van de Provincie Zuid-Holland. Wassenaar heeft daarin de status van Kroonjuweel Cultureel Erfgoed en valt in beschermingscategorie 1.

De Vrienden zijn daarom bijzonder verheugd en opgelucht dat de Gemeenteraad op 25 januari 2016 het voorstel tot versobering van het erfgoedbeleid niet heeft overgenomen, maar het bestaande beleid heeft bekrachtigd en het College van B en W heeft opgedragen om een integrale visie op het culturele erfgoed te ontwikkelen ter voorbereiding op de Omgevingswet en de Erfgoedwet.

Het voorliggende ontwerp paraplubestemmingsplan (OPBP)is gebaseerd op het OPBP van 2014 dat weer teruggreep op de nota “Voortbouwen op eigen waarde” van september 2012.   Het is een middel om het doel, namelijk het benoemen en veiligstellen van de architectonische en cultuurhistorische waardevolle objecten/panden, te bereiken. Voorts wordt de planologische uniformering van de archeologische bepalingen gerealiseerd.

Deze zienswijze richt zich op de bescherming van  architectonische en cultuurhistorische waardevolle objecten/panden en laat het archeologisch erfgoed buiten beschouwing.

Naast de beschrijving van het beleidskader, de juridische planopzet en andere relevante zaken, vormen de criteria en de uitgangspunten–beschreven in hoofdstuk 3 en nader uitgewekt in Bijlage 5– voor de identificatie/inventarisatie en de waardering van architectonische en cultuurhistorisch waardevolle objecten/panden de kern van het OPBP. De Vrienden onderschrijven deze criteria en uitgangspunten ten volle.

De boven bedoelde criteria en uitgangspunten zijn toegepast in het Gemeentelijk Inventarisatie Project (GIP) dat in september 2008 van start is gegaan en dat als vertrekpunt het Monumenten Inventarisatie Project had dat de Provincie Zuid-Holland uitvoerde in opdracht van het Rijk, hetgeen in 1993 een inventarisatie lijst opleverde. Het GIP onderzoek heeft zich beperkt tot het gebouwd erfgoed en werd in maart 2009 afgerond. Het rapport “Baden in Weelde” van april 2009 beschrijft de uitgangpunten, het proces en het resultaat in de vorm van de GIP-lijst met ruim 800 objecten en panden.

Lokale en externe deskundigen, verenigd in de Klankbordgroep, en de leden van de Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed (WCE) hebben geadviseerd over zowel het opstellen van de GIP lijst alsook over de waardering van  de objecten/panden. In een zg. quick scan  werden de cultuurhistorische verwachtingswaarden uitgedrukt in een cijfer, namelijk als:

  1. Onvoldoende voor opname in de GIP-lijst;
  2.  Opname in de GIP-lijst;
  3. Opname in de GIP-lijst met hoge waarde;
  4. Opname in de GIP-lijst met zeer hoge waarde;
  5. Panden/complexen betrokken in de aanwijzingsprocedure voor bescherming als rijks- of gemeentelijk monument.

Nadat in 2009 de GIP-lijst volgens de bovenvermelde  procedure tot stand was gekomen en ruim 800 objecten/panden bevatte, is voorafgaand aan het voorontwerp van het parapluplan  2013 nogmaals in samenspraak met de Klankbordgroep en de WCE naar de inventarisatie uit 2009 gekeken. Dit heeft geleid tot een herziening van de lijst. Uit de tekst van de laatste paragraaf van sectie 3.1.1 op blz. 28 is helaas niet duidelijk hoe men precies te werk is gegaan, maar navraag heeft geleerd dat alle objecten/panden van de categorie 2 (samen ongeveer 165)  niet meer in aanmerking komen voor bescherming krachtens het paraplu bestemmingsplan. Ze blijven wel traceerbaar via de GIP-lijst en zijn mogelijk nog wel beschermd op een andere wijze bijv. krachtens het beschermd dorpsgezicht. Bovendien komen ongeveer 90 objecten/panden van categorie 2 vanwege hun specifieke eigenschappen in aanmerking voor een nader onderzoek dat tot een opwaardering of een bevestiging kan leiden. De Vrienden zijn voorstander van een dergelijk nader onderzoek omdat daarmee de zekerheid over de indeling in categorie 2 vergroot wordt en een eventuele  opwaardering naar categorie 3 mogelijk wordt gemaakt.

Uit de tekst van het ontwerp OPBP is ook niet op te maken hoeveel objecten/panden de status van rijks- of gemeentelijk  monument hebben gekregen. Een aantal gemeentelijke monumenten  is opgewaardeerd tot rijksmonument en een aantal objecten/panden van de categorie 4  is gemeentemonument geworden. Bij navraag blijkt het om 95 nieuwe gemeentemonumenten te gaan.

Er staan dus nu nog ongeveer 540 objecten/panden van de categorieën 3 en 4 op de GIP lijst.

De Vereniging van Vrienden van Wassenaar heeft vernomen dat alle eigenaren van een nieuw rijks-of gemeentemonument bericht hebben gehad van deze status verandering met de mogelijkheid om bezwaar te maken.  Ook alle eigenaren van objecten/panden hebben in 2009 bericht gehad over de opname in de GIP-lijst, die overigens ook ( in de vorm van de versie van 2014) via de website van de gemeente te raadplegen is.

De Vrienden zijn van mening dat na de definitieve besluitvorming over het paraplubestemmingsplan, alle eigenaren  van objecten/panden in de categorieën 2, 3 en 4 (eventueel opnieuw) over de status van hun eigendom moeten worden geïnformeerd, waarbij in alle gevallen de mogelijkheid van bezwaar moet worden geboden. Voorts zou de mogelijkheid open moeten staan voor eigenaren  om hun object/pand aan te melden voor (her)beoordeling indien  hun eigendom nooit op de GIP lijst heeft gestaan.

Om een zeer zware en kostbare administratieve last te voorkomen, die een ten naam stelling met zich mee brengt, zou  een schriftelijk bericht gericht aan de eigenaar van het object/pand, bezorgd op het betreffende adres, moeten volstaan. In dat bericht over de categorie zou ook informatie gegeven moeten worden over de betekenis van de indeling in de betreffende categorie.

Namens de Vereniging Vrienden van Wassenaar,

John Lintjer, voorzitter

Back To Top