2015 week 20 | Ik-jes
Vorige week woensdag was de Algemene Leden Vergadering van de Vrienden. Altijd een hele happening want de cijfers moeten klaar zijn, er moet een jaaroverzicht worden gegeven en er moet een spreker na afloop zijn, een publiekstrekker, want ledenvergaderingen zijn nu eenmaal niet de meest populaire bijeenkomsten in een vereniging.
Helaas had uw columnist net op die datum een andere, niet afzegbare afspraak en kon hij het geheel niet bijwonen. Maar uiteraard heeft hij wel gehoord hoe het is gegaan.
Na de gebruikelijke plichtpleging over de bestuurssamenstelling en de financiën gaf onze voorzitter een paar punten waar de Vrienden nu daadwerkelijk mee bezig zijn. Wij blijven ons inzetten voor een zo breed mogelijke groene buffer bij de bebouwing van Valkenburg en verder bebouwen van noord naar zuid. Maar al eerder heb ik gezegd dat de bouwmaffia maar doordendert en zich van niets of iemand wat aantrekt.
Positiever is de Structuurvisie 2015-2025, eindelijk eens een leesbaar stuk van de gemeente. Geen grootschalige uitbreidingen, maar een dorp dat klein moet blijven, en vooral groen en met familie recreatie. Jammer dat er niets in staat over het behoud van zelfstandigheid.
Ach, en dan Den Deijl. De Vrienden zijn van mening dat wat de gemeente nu in bezit heeft niet commercieel is te exploiteren. Een kat in de zak moet je of tot museum verheffen of slopen.
Maar toen kwam al snel de rondvraag. Er moest opgeschoten worden want de grote club die voor de lezing van van Caldenborgh was gekomen, stond al te dringen. Musea zijn duidelijk populair.
En ja hoor, daar was het weer, “waarom zijn de columns niet ondertekent met een naam?” Wel heel eenvoudig, omdat het zo is afgesproken. Zij worden geschreven namens de Vrienden, in de geest van de Vrienden. Er is geen enkele wet die vereist dat als in een column “ik” staat, er een naam onder moet komen. Zou “wij” dan wel mogen? Of zou je in elke zin “de vrienden” moeten zeggen, kom nou.
Een column is om te lezen en er eens over na te denken. Niet om formalistisch over te zeuren.
Gelukkig worden ze al vergeleken met de columns in The Economist. Die zijn namelijk ook niet ondertekent.
Wat een eer.