Waar draait het om bij de komende begroting?
Voorafgaand aan de Begrotingsraad op 31 oktober informeren de Vrienden van Wassenaar U waar het in de kern om gaat. We formuleren daarbij tevens enkele aandachtspunten voor de Gemeenteraadsleden.
U heeft in de pers al het een en ander kunnen lezen over de begroting voor volgend jaar. Ook hebben wij als Vrienden van Wassenaar vorige week een column geplaatst over dit onderwerp. De begroting is een belangrijk document, omdat het aangeeft voor welke doeleinden wij de komende jaren geld gaan uitgeven en waar dit geld vandaan komt. Het probleem met een begroting is dat er ontzettend veel ingewikkelde termen worden gebruikt, die alleen deskundigen echt begrijpen. Dat schrikt af. Evenals de omvang van het document met al z’n tabellen. Wat wij in dit artikel trachten te doen is om duidelijk te maken waar het in deze begroting eigenlijk om gaat.
Is Wassenaar een rijke gemeente? Het antwoord daarop is Ja. We hebben een behoorlijk Vermogen, lees Reserves, de uitgaven en inkomsten zijn in evenwicht, ieder jaar blijken we geld over te houden en we hebben geen schulden. De vraag is of dat zo blijft. We zien namelijk dat het geld dat we op de bank hebben staan snel afneemt. We hebben nu nog Euro 14 miljoen. Dat zal in 2026 naar ongeveer nul zijn gedaald. Dat betekent dat we voor investeringen in bijvoorbeeld wegen, scholen en allerlei andere projecten na 2026 dan geen geld meer hebben. Willen we die projecten toch uitvoeren dan moeten we gaan lenen. Dat hoeft geen probleem te zijn zolang we de jaarlijkse rente en aflossing maar kunnen betalen. De vraag die we ons echter moeten stellen is, of Wassenaar de kant van ‘schuldengemeente’ uit moet gaan. Voordat we die afslag gaan nemen, is een grondig debat in de gemeenteraad naar onze mening nodig. Vraag daarbij is dus, willen we die kant opgaan. Zo niet, is de trend nog te stoppen. Zo ja, in welk tempo moet dat gebeuren. En daaraan gekoppeld is de vraag of we misschien het niveau van de investeringen moeten afremmen. Wat is er echt nodig en wat kan wachten? Kortom dit is niet zo maar een begrotingsdebat; het gaat deze keer over de financiële gevolgen voor de toekomst.
Belangrijke financieringsbronnen voor onze uitgaven –dit jaar Euro 88 miljoen- zijn belastingheffing, zoals OZB, en de Rijksoverheid. Wijzigingen hierin hebben direct gevolg voor de uitgaven, want een gemeente mag geen tekorten hebben. Simpel gezegd als het gemeentebestuur de inkomsten, zoals OZB, laat stijgen dan is er meer geld voor onderhoud van het groen en voor ambtenaren. Tegelijkertijd, als de bijdrage van het Rijk afneemt dan zal er bezuinigd moeten worden of de belastingen moeten omhoog. Nu zal waarschijnlijk in 2026 de bijdrage van het Rijk zoveel afnemen dat, als we niets doen, er een groot tekort op de begroting zou kunnen verschijnen. De vraag die gesteld moet worden is, of we daar nu al rekening mee moeten houden. Het college verwacht dat de soep niet zo heet gegeten wordt en doet voorlopig niets. Hoe verstandig is dat?
En tot slot nog even dit. Er worden veel plannen en visies ontwikkeld, die uiteindelijk moeten leiden tot uitvoering. Dat alles kost ambtelijke inzet. Is die aanwezig? Geeft ons bestuur zich daarvan voldoende rekenschap?