2015 week 14 | Fietsen in Shanghai
Vorige week fietste ik met onze kleinkinderen door het hartje van Shanghai. Mijn aanvankelijke schroom voor die tocht was door mijn oudste kleinzoon weggewimpeld met de opmerking, “Opa ze rijden je heus niet aan, want daar staat een giga-straf op”. En inderdaad reden alle auto’s met een grote bocht om ons heen. En na een uur, moet ik bekennen, had ik het gevoel dat we gewoon in Wassenaar reden. Het zag er anders uit, dat is waar. Er waren hoog opgepakte scooters met koopwaar, scooters waarop Pa, Ma en drie kinderen zaten. Dat treft je niet aan in ons dorp. Maar goed, we waren dan ook in China. Toch is de exotische schijn waarin je verkeert op zo’n bezoek verraderlijk. Shanghai heeft de hoogste skyscraper ter wereld (als je de tv antenne in Dubai niet meerekent). Ze stampen in zes maanden een appartementen complex uit de grond, ten koste van oude woningen overigens. Maar het is de vraag wat de kwaliteit van de bouw is en of het na een paar jaar niet al op instorten staat. Om nog maar te zwijgen over de controle die de overheid heeft op de bevolking. Dat internet vrijwel niet beschikbaar is, is nog wel het minste.
Toen ik een paar dagen geleden weer terug was in ons land heb ik deze krant doorgebladerd om te zien wat ik allemaal had gemist. En dan krijg ik toch het gevoel dat het heerlijk is om weer in Wassenaar te zijn, met al zijn dorpse problemen. Met zijn roep om een museum, het probleem om van winkelen een belevenis te maken, de trits van verwarde mannen die we in ons dorp hebben. Wel of geen windmolens aan de kust. Het scheppen van een vellig parkeerterrein, maar ook onnodige aanrijdingen op kruispunten. Je fietst veilig door Shanghai maar in ons dorp moet je uitkijken.
En toch is het heerlijk om weer terug te zijn.